Mededeling van het GMH Bestuur
Met ingang van 1 januari 2015 zijn de artikelen 22 e.v. van de Gedragscode GMH over de verplichte openbaarmaking in Transparantieregister Zorg in werking getreden. Op grond van deze artikelen dienen bepaalde interacties tussen zorgprofessionals en leveranciers van medische hulpmiddelen verplicht te worden aangemeld bij het Transparantieregister Zorg. Deze gegevens zullen voor het eerst in 2016 in het register openbaar worden gemaakt.

Gebleken is dat er in het veld onduidelijkheid bestaat over de exacte reikwijdte van deze verplichting. Naar aanleiding hiervan laat het bestuur van de stichting GMH weten dat art. 22 GMH als volgt dient te worden uitgelegd.

De verplichting om interacties (totaal bedrag op jaarbasis > € 500) openbaar te maken in het Transparantieregister Zorg geldt voor dienstverleningsovereenkomsten en sponsorovereenkomsten tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en (samenwerkingsverbanden van) orthopeden of cardiologen die als zodanig zijn opgenomen in het BIG-register, voor zover deze interacties betrekking hebben op dan wel verband houden met de volgende implantanten: ICD’s, pacemakers, stents en heup- en knieprothesen. Als leveranciers van medische hulpmiddelen sponsor- of dienstverleningsovereenkomsten met orthopeden of cardiologen aangaan die betrekking hebben op dan wel verband houden met andere hulpmiddelen dan de genoemde implantanten hoeven deze interacties niet verplicht te worden gemeld.

Het vrijwillig melden van interacties is uiteraard wel toegestaan.

22 april 2015

Met ingang van 1 januari 2015 is een aantal wijzigingen in de Gedragscode doorgevoerd. De belangrijkste wijzigingen hebben kort samengevat betrekking op:

- Tarieven en onkostenvergoeding bij dienstverlening
- Openbaarmaking bepaalde interacties in Transparantieregister Zorg
- Verbod geheimhoudingsclausules die openbaarmaking in Transparantieregister Zorg belemmeren

Om zorgprofessionals en instellingen te ondersteunen bij de toepassing van de gedragsregels over financiële relaties met leveranciers van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, hebben de CGR en GMH gezamenlijk een website en speciale app ontwikkeld. Deze is te bereiken via:  www.financielerelatieszorg.nl  

Met het ondertekenen van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen op 4 december 2013 hebben de twee belangrijkste brancheverenigingen binnen de tandheelkundige sector, INDENT en VGT, zich aangesloten bij de zelfregulering over de relaties tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en zorgprofessionals.

Met ingang van 1 januari 2014 is in de Gedragscode Medische Hulpmiddelen op twee onderdelen gewijzigd.

Herkenbaarheid vertegenwoordigers leveranciers op bijeenkomsten
Aan artikel 8 (algemene uitgangspunten bij financiële bijdrage door leveranciers in de kosten van bijeenkomsten voor zorgprofessionals) is een nieuw lid 6 toegevoegd. Op grond van deze nieuwe bepaling dienen vertegenwoordigers van leveranciers, die aanwezig zijn op bijeenkomsten waaraan zorgprofessionals deelnemen, als zodanig herkenbaar zijn, bijvoorbeeld door het dragen van een badge. Voor de integrale tekst van het nieuwe artikel 8 lid 6 klik hier.

Betrokkenheid bij totstandkoming adviesrapporten, richtlijnen

Er is een nieuw artikel 18 ingevoegd. In dit artikel is bepaald dat zorgprofessionals die deelnemen aan commissies die zich bezig houden met het opstellen van (wetenschappelijke) adviesrapporten of behandelrichtlijnen handelen overeenkomstig de ‘Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling‘. Tevens is expliciet vastgelegd dat leveranciers deze Code belangenverstrengeling onderschrijven.

De ‘Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling’  is opgesteld in 2012 en waarborgt dat de deelnemers aan commissies die een bijdrage leveren aan adviesrapporten en richtlijnen een onbevooroordeelde inbreng kunnen hebben van hun kennis en inzichten. Door in artikel 18 van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen expliciet te verwijzen naar deze Code belangenverstrengeling wordt niet alleen bereikt dat de zorgprofessionals die zijn aangesloten bij een koepelorganisatie die deze Code reeds hebben onderschreven hier nog eens aan worden herinnerd, maar wordt tevens gestimuleerd dat ook andere zorgprofessionals zich hieraan conformeren. Hetzelfde geldt voor leveranciers; in het tweede lid van artikel 18 onderschrijven zij de uitgangspunten van de Code belangenverstrengeling. Voor de integrale tekst van het nieuwe artikel 18 klik hier. Voor de toelichting op het nieuwe artikel 18 klik hier.

Voor de Engelse versie klik hier.

Algemeen
Ten gevolge van het invoegen van het nieuwe artikel 18 zijn de opvolgende artikelen vernummerd. De wijzigingen die per 1 januari 2014 worden doorgevoerd zijn tot stand gekomen in overleg en overeenstemming met KNMG, NVZ en NFU. Voor de integrale tekst van de gedragscode Medische Hulpmiddelen zoals geldig per 1 januari 2014 klik hier.

Vanaf 1 januari 2014 sluiten de NVZ, de NFU en de KNMG en haar federatiepartners, waaronder de Orde van Medisch specialisten en de wetenschappelijke verenigingen, zich aan bij de Gedragscode Medische Hulpmiddelen.

De regels in de Gedragscode geven invulling aan een zorgvuldige, transparante en verantwoorde omgang tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en partijen die betrokken zijn bij  de aanschaf of de toepassing  daarvan. De leden van Diagned, FMed, Firevaned, Gain, Holland HealthTech en Nefemed hadden zich al verplicht  tot naleving van de Gedragscode. Met ingang van 1 januari 2014 zijn dus ook alle artsen en ziekenhuizen die zijn aangesloten bij de KNMG, NVZ en NFU aan de Gedragscode gebonden. De Gedragscode is daarmee daadwerkelijk wederkerig. Wat de ene partij niet mag aanbieden, mag de andere partij ook niet accepteren.

Bij de federatiepartners van de KNMG zijn ca. 53.000 artsen aangesloten. De NVZ vertegenwoordigt 118 algemene en categorale ziekenhuizen. Bij de NFU zijn de 8 universitaire medische centra van Nederland aangesloten.  Het draagvlak voor de Gedragscode is met de toetreding van deze partijen aanzienlijk vergroot. Dat niet alleen de artsen, maar ook de ziekenhuizen de Gedragscode onderschrijven, is van groot belang. Medische hulpmiddelen worden op grote schaal in de volle breedte van deze instellingen gebruikt en voorgeschreven. De gedragscode zou door alle betrokkenen in de ziekenhuizen moeten worden nageleefd.