Maandag 20 augustus 2012 is de GMH aangeboden aan de heer Leon van Halder, directeur-generaal curatieve zorg van het ministerie VWS.

De Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH) is op maandag 20 augustus aan het ministerie van VWS aangeboden. De heer Leon van Halder, directeur-generaal curatieve zorg, kreeg de gedragscode, namens de minister van VWS, aangeboden door de heer Kest Huijsman, voorzitter van de stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen. In deze stichting zijn zes verschillende brancheverenigingen van producenten en leveranciers van medische technologie en hulpmiddelen verenigd. De brancheverenigingen hebben de gedragscode opgesteld om ongewenste beïnvloeding van zorgprofessionals te voorkomen en transparantie en verantwoording te vergroten. De gedragscode is vanaf 1 januari 2012 in werking getreden.

fotogmh

Leon van Halder, ministerie VWS, ontvangt gedragscode medische hulpmiddelen van Kest Huijsman, voorzitter van de stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen.

Het Ministerie van VWS reageert positief. "De hulpmiddelenindustrie heeft een eigen gedragscode gemaakt met stevige normen voor haar relaties met zorgverleners. Dat is een mooi resultaat. VWS vindt het belangrijk dat de industrie nu ook zorgverleners en zorginstellingen betrekt bij deze gedragscode. Er moet worden gewerkt aan het openbaar maken van de onderlinge relaties. VWS gaat ervan uit dat dit voortvarend ter hand wordt genomen.

Met de gedragscode wordt een nadrukkelijke stap gezet in de verdere professionalisering van de relaties van producenten en leveranciers met een groot aantal en zeer diverse groepen van artsen, verpleegkundigen, inkopers en alle anderen die van invloed zijn op de directe en indirecte zorgverlening van patiënten.

Het belang van de hulpmiddelenindustrie voor de gezondheidszorg is buitengewoon groot. Dagelijks zijn honderdduizenden patiënten en professionele gebruikers afhankelijk van een enorme variëteit aan producten als heupprotheses, rolstoelen, pacemakers, pleisters, infuuspompen of MRI-scans. De gedragscode werkt alleen effectief als naast de producenten en leveranciers ook de beroepsbeoefenaren zoals artsen en apothekers de gedragsregels naleven. De stichting GMH is daarom met koepels van zorginstellingen en beroepsbeoefenaren, zoals de artsenorganisatie KNMG, in gesprek om aansluiting bij de gedragscode te bewerkstelligen. Daarnaast adviseert de stichting ook over de toepassing van de gedragscode en houdt zij toezicht op de naleving.

pdfDownload tekst aanbieden code aan ministerie.pdf