Aan de voorzitters van de Codecommissie van de Stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen is op grond van art. 37 van het Reglement van de Codecommissie en Commissie van Beroep (hierna: ‘het Reglement’) een advies gevraagd over de toelaatbaarheid van een interactie tussen een zorgprofessional en een leverancier van medische hulpmiddelen.

Aanleiding en procedure

Het advies is gevraagd door het bestuur van de Stichting GMH (hierna: ‘het bestuur’) naar aanleiding van meldingen die zijn gedaan bij het Transparantieregister Zorg (hierna: ‘TRZ’) over het jaar 2023. In dit kader vraagt de GMH jaarlijks op grond van de GMH Code bij een aantal leveranciers de aan een specifieke melding ten grondslag liggende documentatie op ten behoeve van een nadere duiding.

Met betrekking tot de onderhavige melding heeft het bestuur een vermoeden van een wezenlijke overtreding van de GMH Code. Het bestuur heeft het recht om in dat geval de aan de melding ten grondslag liggende financiële relatie ter beoordeling in de vorm van een adviesaanvraag voor te leggen aan de Codecommissie.

De Codecommissie heeft bij het opstellen van het advies gebruik gemaakt van de door de leverancier voor de genoemde duiding aangeleverde stukken en toelichting. Met het oog op hoor en wederhoor is het conceptadvies aan de bij de interactie betrokken partijen toegezonden, met het verzoek om eventuele feitelijke onjuistheden door te geven. Ook zijn betrokkenen in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze kenbaar te maken. Zij hebben hiervan geen gebruik gemaakt.

Omdat het een door het bestuur ingediende adviesaanvraag betreft, wordt het advies door beide voorzitters gezamenlijk uitgebracht. Daar waar in dit advies gesproken wordt over ‘de Codecommissie’ worden beide voorzitters bedoeld.

De Codecommissie heeft de melding beoordeeld in het licht van de GMH Code, zoals deze van toepassing was in 2023.

Feiten

In het TRZ is over het jaar 2023 door Cook Medical (hierna: ‘de leverancier’) in de categorie dienstverlening honorarium gemeld een bedrag van € 15.099. Als begunstigde is gemeld een arts met BIG-nummer 69047224501. Dit BIG nummer behoort aan A.W.J. Hoksbergen (hierna: ‘de zorgprofessional’).

Deze melding door de leverancier bleek achteraf niet correct te zijn geweest. Er had op naam van de zorgprofessional moeten worden gemeld een bedrag van € 946,68 in de categorie ‘vergoeding/verlening gastvrijheid aan individuele artsen bij bijeenkomsten gastvrijheid’. Dit is kennelijk niet gecontroleerd en dus ook niet achteraf gecorrigeerd.

De leverancier heeft op verzoek van de GMH een aantal documenten overgelegd, waaronder de agenda voor de bijeenkomst in het kader waarvan de gastvrijheid is vergoed. Er is geen schriftelijke, door beide partijen ondertekende overeenkomst of vergelijkbaar document. Wel is aan de deelnemers, waaronder de zorgprofessional, een document opgestuurd (FAQ’s) waarin uitgangspunten staan voor de vergoeding van de kosten voor deelname aan de bijeenkomst. Daaruit blijkt onder meer dat de vlucht en de hotelovernachting worden geregeld en betaald door de leverancier, dat het vervoer van het vliegveld naar het hotel en voorts alle kosten die samenhangen met de deelname door de leverancier worden vergoed. Er worden geen maximumbedragen genoemd voor de vergoeding van deze kosten. Voorts heeft de leverancier een intern goedkeuringsdocument overgelegd dat verband houdt met de vlucht naar de bijeenkomst, een Data Protection Notice en een aantal facturen (zoals gefotografeerde rekeningen/bonnetjes) die kennelijk betrekking hebben op door de zorgprofessional gedeclareerde kosten, zoals een niet gespecificeerde bon gedateerd 12 juli 2023 van Restaurant Amigos van £ 250,48, , een bon gedateerd 12 juli 2023 met vier alcoholische drankjes in The Riding House Café van £ 41,54 en een eveneens op 12 juli 2023 gedateerde bon voor – naar het lijkt –  twee diners in Caviar House & Prunier op London Heathrow van £ 72,49.

Uit de overlegde stukken blijkt, voor zover relevant, dat de leverancier aan de zorgprofessional de kosten heeft vergoed voor reis en verblijf in het kader van een bijeenkomst die op 12 juli 2023 in Londen door de leverancier is georganiseerd. Het ging om een eendaags seminar met als titel ‘Advanced Aortic Custom Made Device Solutions’.

In de uitnodiging voor de bijeenkomst is het doel van het seminar als volgt omschreven:

“Covering from Arch to Iliacs and including a session on advanced graft planning and sizing, this seminar is recommended for Consultant Physicians with existing experience using Fenestrated and Custom Made devices who would like to further understand Cook’s complete Custom Made Devices endograft portfolio and their application in order to widen their treatment options. At the end of the programme, attendees should understand:

• • The importance of patient selection and how to identify the appropriate anatomy for a custom made device
  • Advanced graft planning and manufacturing considerations
  • How to collaborate with Cook on planning and sizing
  • Cook Medical’s Custom Made Device offering.”

Desgevraagd heeft de leverancier toegelicht dat het seminar gericht was op artsen die reeds ervaring hebben met bepaalde op maat gemaakte medische hulpmiddelen en mede was bedoeld om hen kennis te laten maken met het volledige assortiment producten van de leverancier, om zo behandelingsopties uit te breiden. Het doel van de bijeenkomst was daarnaast om de artsen te leren hoe ze patiënten kunnen selecteren voor een op maat gemaakt medisch hulpmiddel en op welke wijze ze kunnen samenwerken met de leverancier bij de planning, productie en maatvoering van deze producten. Desgevraagd heeft de leverancier verklaard dat zij de aanwezigheid bij de bijeenkomst noodzakelijk acht om artsen te trainen in het veilige en effectieve gebruik van hun producten.

De leverancier heeft aangegeven dat het interne systeem zo is ingericht dat de deelnemende zorgprofessional het emailadres moet vermelden van zijn manager die vervolgens automatisch op de hoogte wordt gebracht van de deelname.

De leverancier heeft verklaard dat in totaal € 946,68 aan kosten voor reis en verblijf is vergoed (zoals vlucht, taxi, hotel, kosten restaurants). Uit de overgelegde informatie is echter niet precies vast te stellen of dit bedrag correct is en welke kosten zijn gedeclareerd en achteraf vergoed, en welke kosten door de leverancier zelf zijn betaald (bijv. voor de vlucht). Daarom is ook de juistheid van het bedrag van € 946,68 niet te controleren.

Toepasselijkheid van de GMH Code en bevoegdheid van de Codecommissie

De Codecommissie stelt vast dat de adviesaanvraag betrekking heeft op een interactie tussen een leverancier van medische hulpmiddelen in de zin van art. 1 onder d GMH Code enerzijds en een zorgprofessional in de zin van art. 1 onder b GMH Code anderzijds, waarbij de leverancier de kosten voor deelname aan een bijeenkomst voor haar rekening heeft genomen. Dit is een financieel voordeel waardoor er in beginsel sprake is van een interactie in de zin van art. 1 onder f GMH Code.

De Codecommissie heeft op grond van art. 37 Reglement de bevoegdheid om op verzoek van het bestuur advies te geven over verenigbaarheid van handelen of nalaten met de bepalingen van de GMH Code of de geest en strekking daarvan.

Beoordeling

De interactie heeft betrekking op het verlenen/vergoeden van gastvrijheid in het kader van een door een leverancier georganiseerde bijeenkomst. Dit betekent dat voor het toetsingskader in aanmerking kunnen komen art. 10 (een door een leverancier georganiseerde product gerelateerde bijeenkomst), art. 11 (een door leverancier georganiseerde geaccrediteerde bijeenkomst) en art. 12 (een door de leverancier georganiseerde overige bijeenkomst). Onder door leveranciers georganiseerde product gerelateerde bijeenkomsten in de zin van art. 10 worden verstaan bijeenkomsten die bestemd zijn voor zorgprofessionals en die noodzakelijk zijn in het kader van een mogelijke beslissing tot aanschaf en/of goed gebruik en onderhoud van medische hulpmiddelen. De Codecommissie gaat ervan uit dat de bijeenkomst noodzakelijk is voor goed gebruik van de producten door de deelnemende zorgprofessionals, omdat het kennelijk gaat om producten die op maat worden gemaakt en waarbij dus extra aandacht nodig is voor de wijze waarop een voor een patiënt passend medisch hulpmiddel kan worden gemaakt en gebruikt. De Codecommissie toetst dan ook aan de eisen van art. 8 jo 10 GMH Code.

Een dergelijke bijeenkomst moet voldoen aan de eisen die in de artikelen 8 en 10 zijn opgenomen en die verband houden met programma, locatie en kosten. Het programma geeft geen aanleiding tot opmerkingen. De locatie evenmin, ervan uitgaande dat de bijeenkomst in Londen een daadwerkelijk internationaal karakter heeft en wordt bijgewoond door zorgprofessionals uit meerdere landen.

De Codecommissie stelt vast dat de leverancier diverse kosten voor gastvrijheid (reis en verblijf) voor haar rekening heeft genomen. Het is niet duidelijk welke kosten dat in totaal waren, maar in ieder geval staat vast dat deze kosten hoger waren dan € 500, en dat er geen sprake is van de situatie dat de zorgprofessional zelf minimaal 50% van de kosten voor reis en verblijf heeft betaald. Dit betekent dat niet is voldaan aan art. 10 lid 2 onder c GMH Code.

De Codecommissie merkt op dat daarnaast op basis van een aantal bonnetjes voor dinerkosten, vraagtekens kunnen worden gesteld bij de redelijkheid van die kosten. De kosten voor maaltijden/catering moeten immers altijd redelijk geprijsd zijn. Ook is uit de overgelegde documenten niet af te leiden of de gedeclareerde onkosten uitsluitend betrekking hebben op de zorgprofessional zelf.

De Codecommissie constateert voorts dat niet voldaan is aan het vereiste van art. 10 lid 3 GMH Code. De afspraken zijn niet schriftelijk vastgelegd. Hierdoor kan ook niet worden vastgesteld of, en zo ja welke afspraken zijn gemaakt over het melden van de gastvrijheid bij de raad van bestuur. De leverancier heeft aangegeven dat via diens interne systeem een melding is doorgegeven aan de manager van de zorgprofessional. Of de zorgprofessional daarmee aan de op hem rustende verplichting heeft voldaan, kan niet worden vastgesteld.

Conclusie

De Codecommissie concludeert dat de interactie op een aantal punten niet voldoet aan de eisen van art. 8 jo 10 GMH Code. De afspraken zijn niet voldoende vastgelegd, de melding aan de werkgever/raad van bestuur is onvoldoende gewaarborgd, er zijn meer kosten betaald/vergoed dan is toegestaan, is er ook twijfel aan de redelijkheid van een aantal kosten. De Codecommissie wijst erop dat ook de administratie van de kosten aandacht verdient, zodat te allen tijde kan worden gecontroleerd of de gedeclareerde bedragen redelijk en correct zijn en uitsluitend betrekking hebben op de kosten van de zorgprofessional zelf, en of het maximumbedrag is gerespecteerd.

De Codecommissie is zich ervan bewust dat bij de interactie mogelijk vooral de buitenlandse vestiging van de leverancier is betrokken, die zich wellicht niet bewust is van het feit dat er voor de aan Nederlandse zorgprofessionals aangeboden of vergoede gastvrijheid bij bijeenkomsten bepaalde regels en maxima gelden, ook als die bijeenkomsten niet in Nederland plaats vinden. Van de leverancier mag echter worden verwacht dat deze zich op de hoogte stelt van de mogelijk toepasselijke regels. Bovendien heeft de zorgprofessional een eigen verantwoordelijkheid en dient deze zich ook bewust te zijn van de regels en ervoor zorg te dragen dat daaraan wordt voldaan.

De Codecommissie adviseert de bij de interactie betrokken partijen om maatregelen te nemen zodat de regels in de toekomst worden nageleefd. Tevens vraagt de Codecommissie aandacht voor het op een juiste wijze melden van een interactie in het TRZ.

 

Den Haag, 7 november 2024

prof. mr. C.J.J.C. van Nispen,

mr. P.N. van Regteren Altena,

 voorzitters Codecommissie GMH