Aan de voorzitter van de Codecommissie van de stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (hierna: de Voorzitter) is op grond van artikel 37 van het Reglement van de Codecommissie en Commissie van Beroep de vraag voorgelegd of een leverancier van medische hulpmiddelen zorgprofessionals mag uitnodigen voor een bijeenkomst ter gelegenheid van het 20-jarig jubileum van de leverancier.

Achtergrondinformatie

In 2024 viert X haar 20-jarig bestaan. X wil aan dit jubileum op een speciale manier aandacht besteden. Daarom is zij van plan om voor haar belangrijkste relaties een bijzondere jubileumviering te organiseren. Het doel is om (in de woorden van de adviesaanvrager) de “vreugde over haar 20-jarig bestaan met een feestelijke bijeenkomst” te delen, en “zo samen stil te staan bij deze mooie mijlpaal en het daarbij bedanken van relaties en personeel.”

Het programma begint rond 19.30 uur met een openingswoord en een hoofdact, gevolgd door een feest met een DJ. Er is geen inhoudelijk, wetenschappelijk of productgerelateerd programma. De avond zal rond middernacht worden afgesloten. De jubileumviering wordt georganiseerd in MAINSTAGE, onderdeel van de Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch.

Voor de jubileumbijeenkomst zullen ongeveer 5000 mensen worden uitgenodigd. Desgevraagd heeft X aangegeven dat ongeveer 4000 van de 5000 genodigden zorgprofessionals zullen zijn die allen behoren tot de bestaande klantenkring. De overige genodigden zullen medewerkers, relaties van toeleveranciers en bedrijven waarmee X samenwerkt.

X zal de kosten van de jubileumviering voor haar rekening nemen. X verwacht dat de totale

kosten tussen de € 120.000 en € 150.000 zullen zijn, voornamelijk voor de huur van de zaal, de muzikale omkadering en catering. Er wordt geen diner aangeboden en er worden geen reiskosten vergoed. Ook worden er geen geschenken aangeboden.

X legt een aantal vragen voor, die de Voorzitter als volgt rangschikt en formuleert:

1. Acht de Voorzitter zich bevoegd te oordelen of de bijeenkomst is toegestaan?
2. Moet de jubileumviering waarbij (ook) zorgprofessionals aanwezig zullen zijn, als een bijeenkomst in de zin van artikel 12 van de GMH Code worden aangemerkt?1
3. Indien het antwoord bevestigend luidt, is deze bijeenkomst dan toegestaan?
4. Luidt het oordeel van de Voorzitter anders wanneer de deelnemende zorgprofessionals om een eigen bijdrage (bijv. van € 10) zou worden gevraagd?

Toepasselijkheid van Gedragsregels Medische Hulpmiddelen

De Voorzitter stelt vast dat de adviesaanvrager een leverancier is in de zin van art. 1 onder d GMH. De uit te nodigen gasten zijn voor het overgrote deel zorgprofessionals in de zin van art. 1 onder b GMH. De adviesaanvraag heeft derhalve betrekking op een interactie in de zin van art. 1 GMH, nu X de kosten voor de jubileumbijeenkomst voor haar rekening neemt. De GMH Code is

1 In de adviesaanvraag werd melding gemaakt van “manifestatie in de zin van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame”. Kennelijk berust dat op een vergissing en wordt bedoeld te verwijzen naar de “overige bijeenkomsten’ in de zin van artikel 12 GMH Code.

dan ook van toepassing en de Voorzitter is bevoegd om het gevraagde advies te geven over de beoogde aanwezigheid van zorgprofessionals bij de jubileumbijeenkomst .

Beoordeling van de adviesaanvraag

Uitgangspunt is dat het in beginsel X vrij staat om haar jubileum te vieren zoals zij dat wenst en dat de GMH Code en dit advies alleen ziet op de vraag of het X vrij staat om daarvoor ook zorgprofessionals als gast uit te nodigen.

De bijeenkomst wordt door een leverancier georganiseerd, is niet geaccrediteerd of productgerelateerd zoals omschreven in de artikelen 10 en 11, en kan niet anders worden gekwalificeerd dan een bijeenkomst in de zin van art. 12 GMH Code.

In dit artikel is bepaald dat leveranciers de kosten van een in dat artikel bedoelde bijeenkomst voor hun rekening mogen nemen, mits wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden. Allereerst moet het programma van de bijeenkomst evenwichtig en redelijk zijn. In de toelichting is bepaald dat de bijeenkomsten die in deze ‘rest’-categorie vallen zeer divers van aard kunnen zijn, maar altijd wel een zekere inhoudelijke rechtvaardiging moeten hebben. Als voorbeelden worden genoemd productbesprekingen en contractonderhandelingen. Bijeenkomsten met louter een sociaal of recreatief karakter zijn niet toelaatbaar.

De vervolgvraag, namelijk of de kosten redelijk zijn, hoeft niet verder te worden beantwoord omdat zelfs als de kosten per deelnemer onder de € 75 zouden zijn, het programma en de daarmee samenhangende locatie niet aan de eisen van de GMH Code voldoen.

Ten overvloede merkt de Voorzitter op dat het denkbaar is dat sprake kan zijn van zeer exceptionele omstandigheden van bijzondere aard, waarin door de opstellers van de GMH Code niet is voorzien en die rechtvaardigt dat er enige ruimte is voor contacten tussen een leverancier en zorgprofessionals, waarbij de leverancier enige (beperkte) kosten voor zijn rekening neemt.

Denk aan een bijeenkomst ter gelegenheid van een 100-jarig bestaan, een sterk gemêleerd gezelschap dat in minderheid uit zorgprofessionals bestaat, en/of een meer inhoudelijk programma. De Voorzitter wil niet afdoen aan de door X gevoelde mijlpaal, maar is van oordeel dat van genoemde exceptionele omstandigheden hier geen sprake is. Er is geen aanleiding of rechtvaardiging om de regels van de GMH Code niet toe te passen.

Conclusie

Het bovenstaande betekent dat de Voorzitter de gestelde vragen als volgt beantwoord:

1. De Commissie acht zich bevoegd te oordelen of het X vrijstaat om zorgprofessionals voor de bijeenkomst uit te nodigen.
2. De jubileumviering waarbij (ook) zorgprofessionals aanwezig zullen zijn, moet als een bijeenkomst in de zin van artikel 12 van de GMH Code worden
3. Het is niet toegestaan om zorgprofessionals voor de bijeenkomst uit te
4. Daaraan doet niet af of de deelnemende beroepsbeoefenaren een eigen bijdrage (bijv. van € 10) zouden betalen, omdat ook dan nog steeds niet aan de eisen van artikel 12 in verband met programma en locatie wordt Leveranciers mogen aan een bijeenkomst die wat programma en locatie betreft niet voldoet aan de eisen, geen financiële bijdrage leveren, ook niet als deze bijdrage uitsluitend naar kosten voor de organisatie zouden gaan. (zie ook A19.02) of de genodigden een eigen bijdrage betalen.

Den Haag, 5 maart 2024

 

Mr P.N. van Regteren Altena

Voorzitter Codecommissie GMH