Het advies is aangevraagd door het bestuur van de Stichting GMH (hierna: ‘het bestuur’) naar aanleiding van meldingen die zijn gedaan bij het Transparantieregister Zorg (hierna: ‘TRZ’) over het jaar 2022.

Feiten

Het ging om een financiële relatie tussen een in het buitenland gevestigde leverancier en de B.V. waarvan een zorgprofessional directeur-groot aandeelhouder (DGA) was. Deze relatie was in het TRZ gemeld in de categorie dienstverlening. Tegelijkertijd bleek uit overgelegde stukken en toelichtingen van de betrokken partijen dat de betaling bedoeld was voor de sponsoring van een bijeenkomst, waarbij de zorgprofessional als spreker zou optreden.

Leerpunten uit dit advies Toepasselijkheid GMH Code

• Het feit dat een leverancier niet in Nederland is gevestigd doet aan de toepasselijkheid van de GMH Code niet af. De GMH Code is van toepassing op alle interacties die invloed zouden kunnen hebben op beslissingen van zorgprofessionals in Nederland.

• Het feit dat de in Nederland gevestigde dochter is aangesloten bij een van bij de GMH aangesloten koepels en deze dochteronderneming de overeenkomst heeft gemeld bij het TRZ, impliceert dat ook het buitenlandse moederbedrijf zich gehouden acht tot naleving van de GMH Code.
• Bovendien is de GMH Code sowieso van toepassing op de zorgprofessional, zodat reeds daarom de Codecommissie bevoegd is om de financiële relatie te toetsen.

Inhoudelijk

• Het is van belang dat partijen bij het aangaan van een financiële relatie met elkaar vaststellen wat precies wordt afgesproken en in welk kader, hoe de financiële relatie juridisch gezien moet worden gekwalificeerd, welke regels voorts van toepassing zijn en waar de overeenkomst aan moet
• In dit geval bleek uit de feiten dat de B.V. van de zorgprofessional een verzoek tot sponsoring van de organisatie van een bijeenkomst had gedaan, en de sponsorbijdrage ook aan de V. was betaald. Dat betekent dat de artikelen 8 en 9 GMH Code van toepassing zijn.
• Een deel van die gelden zijn gebruikt voor de honorering van door de zorgprofessional in het kader van de bijeenkomst verleende diensten. Dat betekent dat ook de art. 13 en 14 GMH Code van toepassing
• Degene die sponsoring vraagt voor de organisatie van een bijeenkomst, dient vooraf voldoende informatie geven aan de beoogde sponsoren om hen in staat te stellen een verantwoorde beslissing te nemen over het verzoek, zoals over de feitelijke organisator, de kosten en (verwachtte) inkomsten (een begroting), enz. Dit geldt ook wanneer de sponsorverzoeker de B.V. is waarvan de betrokken zorgprofessional de DGA is.
• Bij sponsoring van een bijeenkomst is het sluiten van een sponsorovereenkomst verplicht (art. 9 lid 4 GMH Code).
• In de overeenkomst moeten afspraken worden gemaakt over het afleggen van verantwoording achteraf over de verantwoording van de financiële bijdrage achteraf en de consequenties van een eventueel surplus (zie ook Advies A22.01).
• De sponsor moet bekend worden gemaakt voor en tijdens de bijeenkomst (art. 9 lid 4 GMH Code).
• Indien met het sponsorbedrag ook diensten worden betaald, moet aan alle vereisten van art. 13 en 14 GMH Code worden Afspraken moeten zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst waaruit in ieder geval moet blijken: de aard en omvang van de diensten (aantal ingeschatte uren), welk uurtarief wordt gehanteerd en de toestemming van de Raad van Bestuur van de zorgprofessional.

• In het TRZ moet de vergoeding voor dienstverlening altijd worden gemeld op naam van de zorgprofessional, ook als de betalingen worden gedaan aan de V. waarvan de zorgprofessional DGA is.
• Alle bij een dienstverleningsovereenkomst betrokken partijen, dus zowel de zorgprofessional/ de instelling als de internationaal opererende leverancier, dienen zich bewust te zijn van de toepasselijkheid van de in Nederland geldende wetgeving en zelfregulering en deze na te leven.

13 november 2023