Aan de Codecommissie van de stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (hierna: de Codecommissie) is op grond van artikel 37 van het Reglement van de Codecommissie en Commissie van Beroep de vraag voorgelegd of leveranciers van medische hulpmiddelen een financiële bijdrage mogen leveren aan de voor tandartsen bedoelde bijeenkomst in Spanje.

Achtergrondinformatie

De Codecommissie heeft van een leverancier van hulpmiddelen (hierna: de Aanvrager) informatie ontvangen die betrekking heeft op een bijeenkomst die van donderdag 27 september tot zondag 30 september 2018 heeft plaatsgevonden. De Voorzitter van de Codecommissie (hierna: de Voorzitter) begrijpt uit de adviesaanvraag dat het voornemen bestaat om deze bijeenkomst ook in 2019 te organiseren, met dezelfde opzet. Op de website van de Aanvrager heeft de Voorzitter ook informatie aangetroffen over een vergelijkbare bijeenkomst in 2019. De Voorzitter leest de adviesaanvraag dan ook aldus, dat de Aanvrager de vraag stelt of het is toegestaan dat een leverancier deze bijeenkomst in 2019 organiseert dan wel sponsort.

De Voorzitter gaat van de volgende feiten uit.

De Aanvrager is (mede)organisator van een bijeenkomst voor een groep tandartsen. Deze bijeenkomst duurt 4 dagen en vindt plaats is Spanje. Op de eerste dag wordt gereisd. Eind van de dag is er een lezing van een oud-wielrenner. Op de tweede en derde dag vindt telkens tussen 10 en 12.30 uur een inhoudelijk programma plaats; op de vierde dag is de lezing tussen 9 en 11 uur. Op deze drie dagen vindt na de lunch telkens een wielertocht plaats. Aan het eind van de vierde dag vliegt men terug naar Nederland.

De bijeenkomst die in 2018 heeft plaatsgevonden, was geaccrediteerd door het Kwaliteitsregister tandartsen (KRT) van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) en de Nederlandse Vereniging van Tandartsen (NVT). Het KRT registreert activiteiten die bijdragen aan de deskundigheidsbevordering voor de uitoefening van het beroep tandarts en kent in het kader van het register scholingspunten toe. De Aanvrager heeft aangegeven te verwachten dat ook de voor 2019 geplande bijeenkomst scholingspunten door het KRT toegewezen krijgt.

Voor Spanje is blijkens de informatie gekozen vanwege eerdere wielerervaringen, de weersverwachtingen in september en de beschikbaarheid van een goede locatie om een lezing te kunnen geven (o.a. zaal met beamer).

De deelnemers betalen een bedrag voor deelname van € 2.395 (het tarief voor ‘vroegboekers’ is € 2.195). Daarnaast ontvangt de organisatie van de bijeenkomst financiële bijdragen van 13 sponsoren. Het overgrote deel van deze sponsoren zijn leveranciers van medische hulpmiddelen. In 2018 bedroegen de totale inkomsten uit sponsoring ca. € 22.850. Uit deze inkomsten zijn de kosten voor de sprekers en de organisatie voldaan. De sponsoren nemen ook deel aan de bijeenkomst maar betalen hun eigen kosten.

Toepasselijkheid van Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH Code)

De Voorzitter stelt vast dat de Aanvrager een leverancier is van medische hulpmiddelen in de zin van art. 1 onder d GMH en dat de deelnemers aan de bijeenkomst zorgprofessionals zijn in de zin van art. 1 onder b GMH. Omdat leveranciers van medische hulpmiddelen een financiële bijdrage leveren aan dit evenement, is sprake van een interactie in de zin van art. 5 GMH Code.

Beoordeling van de adviesaanvraag

Allereerst is de kwalificatie van de interactie aan de orde. Uit de stukken blijkt dat het gaat om een financiële bijdrage in de kosten voor (deelname aan) een bijeenkomst voor zorgprofessionals zoals bedoeld in art. 8 GMH Code.

Dit betekent dat de toelaatbaarheid van het vragen en leveren van deze financiële bijdragen moet worden getoetst aan de regels van (in ieder geval) dit artikel. In art. 8 lid 2 GMH Code is bepaald dat leveranciers kosten van een bijeenkomst voor hun rekening mogen nemen, mits wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

1. het programma qua programma-opbouw evenwichtig en redelijk is, en geen recreatieve en sociale activiteiten bevat die geen verband houden met de bijeenkomst, en
2. de locatie qua ligging en faciliteiten gerechtvaardigd is, en
3. de kosten redelijk

Deze eisen zijn cumulatief.

In art. 8 lid 1 GMH Code wordt onderscheid gemaakt tussen een aantal categorieën bijeenkomsten voor zorgprofessionals:

1. door van leveranciers onafhankelijke derden georganiseerde bijeenkomsten (art. 9 GMH Code);
2. door de leverancier georganiseerde productgerelateerde bijeenkomsten (art. 10 GMH Code);
3. door de leverancier georganiseerde geaccrediteerde bijeenkomsten (art. 11 GMH Code);
4. door de leverancier georganiseerde overige bijeenkomsten (art. 12 GMH Code).

De hiervoor genoemde drie algemene eisen uit art. 8 lid 2 gelden voor alle in lid 1 genoemde categorieën, zij het dat per categorie deze eisen nader zijn uitgewerkt.

De Voorzitter stelt vast dat de onderhavige bijeenkomst kan worden aangemerkt als een door een leverancier georganiseerde geaccrediteerde bijeenkomst. Dit betekent dat moet worden voldaan aan de in art. 11 uitgewerkte eisen, hetgeen naar het oordeel van de Voorzitter niet het geval is. Daartoe wordt het volgende overwogen.

Allereerst moet het programma evenwichtig zijn. Blijkens de toelichting bij art. 8 en art. 11 GMH Code wordt daaronder verstaan dat het programma begrijpelijk en aanvaardbaar moet zijn en passend bij het hoofddoel. Zo is het aanvaardbaar dat er tijd wordt ingepland voor logische onderbrekingen, zoals koffie- en theepauzes, lunches en diners. In dit geval van de bijeenkomst in Spanje bestaat het programma echter voor een groot deel uit recreatieve en sociale activiteiten die geen enkel verband houden met het inhoudelijk deel van de bijeenkomst, hetgeen niet is toegestaan. Bovendien duurt de bijeenkomst vier volle dagen, terwijl slechts acht uur staat gepland voor inhoudelijke lezingen. In verhouding wordt dan ook veel meer tijd besteed aan andere activiteiten. De bijeenkomst voldoet hiermee niet aan art. 8 lid 2 onder a en art. 11 lid 2 onder a GMH Code.

Ten tweede moet de locatie gerechtvaardigd zijn, zowel wat ligging als de faciliteiten betreft. In dit geval is er naar het oordeel van de Voorzitter geen enkele valide rechtvaardiging om de bijeenkomst in Spanje te laten plaatsvinden. De daartoe aangevoerde argumenten – zoals de lokale weersomstandigheden en de eerdere wielerervaringen – onderstrepen dat dit evenement voornamelijk gericht is op het sportieve aspect. Over het argument dat er in Spanje een goede locatie aanwezig is om een lezing te kunnen geven, merkt de Voorzitter op dat men daarvoor niet naar Spanje hoeft af te reizen. Ook in Nederland zijn vele zalen met beamers beschikbaar. Voor de goede orde merkt de Voorzitter op dat ook uit de wervende beschrijving in de uitnodiging van de ligging en faciliteiten van het hotel blijkt dat voor de aanwezigen de ontspanning voorop staat. De bijeenkomst voldoet derhalve niet aan art. 8 lid 2 onder b en art. 11 lid 2 onder b.

De derde voorwaarde is dat de kosten redelijk moeten zijn. Deelnemers betalen inschrijfgeld dat, volgens de informatie, de meeste reis- en verblijfskosten en ook de fietshuur en fietskleding dekt. Dat neemt echter niet weg dat de bijeenkomst óók wordt gefinancierd door leveranciers. Uit de adviesaanvraag en de informatie die in dat kader is overgelegd, blijkt dat er bewust naar sponsoren is gezocht om de spreker en de organisatie te financieren. De Voorzitter leidt daaruit af dat, als die sponsoren er niet waren geweest, het inschrijfgeld (aanzienlijk) hoger was geweest. De Aanvrager gaat er kennelijk vanuit dat deze financiële bijdragen uitsluitend worden besteed aan algemene kosten die rechtstreeks samenhangen met de organisatie van die bijeenkomst en daarom zouden vallen onder de uitzondering voor organisatiekosten zoals vermeld in de slotzin van art. 11 lid 2 GMH Code. Het is op zich juist dat daar is vermeld dat algemene organisatiekosten niet als kosten voor gunstbetoon worden gezien, maar dit laat onverlet dat de eisen van art. 8 en art. 11 GMH Code cumulatief zijn en dat de bijeenkomst ook wat programma en locatie betreft aan de eisen moet voldoen. Dat is in casu niet het geval.

Conclusie

In het licht van het bovenstaande komt de Voorzitter tot de conclusie dat de bijeenkomst niet aan de eisen van de GMH Code voldoet. Dit geldt ongeacht de vraag in welke categorie, genoemd in art. 8 lid 1 GMH Code, de bijeenkomst hoort. Aan een bijeenkomst die wat programma en locatie betreft niet voldoet aan de eisen, mogen leveranciers geen financiële bijdrage leveren, ook niet als deze bijdrage uitsluitend naar kosten voor de organisatie zouden gaan. Vanwege de wederkerigheid van de regels betekent het bovenstaande tevens dat de deelname door tandartsen aan deze bijeenkomst niet is toegestaan.

Dit betekent niet dat de bijeenkomst geen doorgang kan vinden, maar wel dat de leveranciers daar op geen enkele wijze financieel aan mogen bijdragen en de deelnemers dus zelf dus ook de kosten van de organisatie en de sprekers dienen te betalen.

 

Den Haag, 19 september 2019

prof. mr. C.J.J.C. van Nispen, voorzitter Codecommissie GMH