Het advies is aangevraagd door het bestuur van de Stichting GMH naar aanleiding van meldingen die zijn gedaan bij het Transparantieregister Zorg (hierna: ‘TRZ’) over het jaar 2023.

Feiten

Het ging om een financiële relatie tussen een leverancier en een zorgprofessional waarbij sprake was van dienstverlening in de zin van artikelen 13 en 14 GMH Code. De zorgprofessional heeft tijdens een door de leverancier georganiseerde bijeenkomst in het buitenland als spreker opgetreden. Er was een Engelstalige overeenkomst gesloten, waarin stond dat voor de presentatie 0,5 uur en voor de voorbereiding 3,5 uur zal worden vergoed tegen het uurtarief € 250. In de overeenkomst was wel melding gemaakt van medewerking aan openbaarmaking in het Transparantieregister Zorg, maar ontbrak een bepaling over de in Nederland verplichte medeondertekening door de Raad van Bestuur van de instelling waar de zorgprofessional werkzaam is.

Leerpunten uit het advies Toepasselijkheid GMH Code

• Het feit dat bij een interactie niet alleen de Nederlandse vestiging van de leverancier maar ook andere buitenlandse vestigingen van de leverancier betrokken zijn, doet aan de toepasselijkheid van de GMH Code niet af.
• Alle bij een dienstverleningsovereenkomst betrokken partijen, dus zowel de zorgprofessional en/of instelling als de internationaal opererende leverancier, dienen zich bewust te zijn van de in Nederland geldende wetgeving en zelfregulering en ervoor te zorgen dat deze worden

Inhoudelijk

• De financiële relatie was ten onrechte gemeld in de categorie ‘vergoeding gastvrijheid’. Dit had de categorie ‘dienstverlening honorarium’ moeten zijn. Het is van belang dat partijen de financiële relatie die zij aangaan op de juiste wijze kwalificeren, deze toetsen aan de juiste regels en in het TRZ in de juiste categorie melden.
• Iedere dienstverleningsovereenkomst waarbij een Nederlandse zorgprofessional is betrokken, moet aan de regels van artikelen 13 en 14 GMH Code voldoen.
• Bij dienstverlening is het van belang dat kan worden vastgesteld dat de keuze voor de dienstverlener is gebaseerd op diens kwalificaties en expertise in relatie tot de gevraagde dienst (art. 13 lid 2 GMH Code).
• In de overeenkomst waarin de dienstverlening wordt geregeld, moet een inschatting worden gemaakt van het verwachte aantal uren aan de diensten (in dit geval: spreken en voorbereiding daarvan). Dit moet redelijk Omdat achteraf, na het verrichten van de afgesproken diensten, uitsluitend de werkelijk bestede tijd mag worden vergoed, mag van de zorgprofessional die de diensten heeft verricht, verwacht worden dat de factuur wordt gespecificeerd.
• Het overeengekomen uurtarief mag niet hoger zijn dan de maximumbedragen die de GMH heeft bepaald (toelichting op art. 13 GMH Code). Het feit dat de regelgeving of het beleid in andere landen anders is, of de beschikbaarheid van een internationale calculator (van een externe partij) waarmee de Fair Market Value voor uurtarieven kan worden vastgesteld, is niet relevant.
• Bij dienstverlening mogen onkosten worden vergoed, voor zover Het vergoeden van businessclass vluchten is uitsluitend bij hoge uitzondering toegestaan.
• Het feit dat een leidinggevende van de zorgprofessional in het ziekenhuis heeft verklaard op de hoogte te zijn van de financiële relatie, betekent nog niet dat daarmee ook voldaan is aan de eis dat deze interactie is gemeld aan de Raad van Bestuur.

Den Haag, 18 november 2024