Artikel 27 - Openbaarmaking TRZ – algemeen

  1.  Regels over openbaarmaking in het TRZ zijn van toepassing op overeenkomsten tussen leveranciers en

    a. zorgprofessionals die in het BIG-register staan ingeschreven onder een van de volgende titels:
    • arts;
    • verpleegkundige;
    • verpleegkundig specialist;
    • physician assistant;

        b. samenwerkingsverbanden van onder a genoemde zorgprofessionals;

        c. Instellingen waarin deze zorgprofessionals werkzaam zijn,

        een en ander zoals verder uitgewerkt in deze paragraaf en nader tussen partijen vastgelegd in de desbetreffende overeenkomsten.

2. De verplichting tot openbaarmaking geldt uitsluitend indien het totale bedrag uit hoofde van (een of meerdere) interacties tussen een bepaalde leverancier en een bepaalde zorgprofessional/samenwerkingsverband of instelling hoger is dan € 500 per kalenderjaar.

3. De openbaarmaking in het TRZ geschiedt conform de vigerende eisen, termijnen en format van het TRZ.

4. De openbaarmaking in het TRZ geschiedt in beginsel door de leverancier. Indien de leverancier buiten Nederland gevestigd is of niet (al dan niet via een van de brancheorganisaties) is aangesloten bij de stichting GMH, geschiedt de openbaarmaking door de zorgprofessional, het samenwerkingsverband of de instelling, tenzij partijen bij de interactie daar andere afspraken over maken.

5. Ten behoeve van een nadere duiding van de jaarlijkse openbaarmaking van financiële relaties door het TRZ kan de stichting GMH de aan de meldingen ten grondslag liggende documentatie opvragen bij de leverancier die de melding heeft gedaan. Leveranciers zijn gehouden medewerking te verlenen aan een dergelijk verzoek. Het opvragen van documentatie en de eventuele gebruikmaking daarvan ten behoeve van algemene communicatie geschiedt te allen tijde met de grootste zorgvuldigheid, rekening houdend met de belangen van alle betrokken partijen.




TOELICHTING

Externe transparantie heeft als doel om derden, waaronder de patiënt, in de gelegenheid te stellen na te gaan of er bepaalde interacties bestaan tussen een zorgprofessional en leveranciers van medische hulpmiddelen. Door verplicht te stellen dat bepaalde interacties in het publiek toegankelijke TRZ worden opgenomen, kunnen patiënten en andere geïnteresseerden binnen bepaalde kaders zien of, en zo ja, welke financiële relaties bestaan tussen een zorgprofessional en/of instelling en leveranciers.

De verplichte openbaarmaking in het TRZ geldt voor bepaalde interacties tussen leveranciers en zorgprofessionals die in het BIG-register staan ingeschreven als arts, verpleegkundige, verpleegkundig specialist of physician assistant en de samenwerkingsverbanden en instellingen waarin deze zorgprofessionals werkzaam zijn. Onder zorgprofessional die in het BIG-register is ingeschreven als arts vallen medisch specialisten en huisartsen, alle andere geneeskundig specialisten, profielartsen en basisartsen. Tandartsen vallen er niet onder.

Financiële relaties die leveranciers met andere zorgprofessionals dan de vier genoemde beroepsgroepen aangaan, hoeven dus niet te worden gemeld in het TRZ (lid 1).

De interacties die in het TRZ openbaargemaakt moeten worden zijn:

Daarnaast dient ook de sponsoring door leveranciers van patiëntenorganisaties in het TRZ te worden gemeld (artikel 33).

De verplichting tot openbaarmaking is gekoppeld aan een drempelbedrag. Het totale bedrag uit hoofde van (een of meerdere interacties) tussen een bepaalde leverancier en een bepaalde zorgprofessional of instelling als bedoeld in lid 1 moet hoger zijn dan € 500 per kalenderjaar (lid 2). Indien in een kalenderjaar het drempelbedrag wordt overschreden, dienen alle interacties die in dat jaar zijn gefactureerd, te worden gemeld, ook de bedragen van interacties die lager zijn dan € 500.

De financiële relaties die op grond van deze Gedragscode openbaar gemaakt moeten worden, moeten worden aangeleverd bij de stichting TRZ. Deze stichting is verantwoordelijk voor het beheer en de jaarlijkse openbaarmaking van de gegevens. Instructies over de wijze waarop en termijnen waarbinnen gegevens bij het TRZ moeten worden aangeleverd, zijn te vinden op de website van de stichting TRZ [https://www.transparantieregister.nl/]. Het TRZ is verantwoordelijk voor de procedures van controle van de aangeleverde gegevens en het verwijderen van de gegevens binnen de tussen stichting GMH en stichting TRZ overeengekomen termijn (3 jaar).

Hoofdregel is dat de leverancier zorgdraagt voor het aanleveren van de meldingen bij het TRZ (lid 4). Hierop geldt een uitzondering voor het geval een zorgprofessional of samenwerkingsverband/de instelling een interactie aangaat met een leverancier:

  1. die buiten Nederland is gevestigd, of
  2. die niet is aangesloten bij de stichting GMH.

In deze gevallen moet de zorgprofessional of het samenwerkingsverband/de instelling zelf zorgdragen voor melding bij het TRZ, tenzij uitdrukkelijk anders tussen partijen is overeengekomen. Leveranciers kunnen via twee routes aangesloten zijn bij de GMH: via het lidmaatschap van één van de brancheorganisaties van leveranciers die bij de stichting GMH zijn aangesloten of via een rechtstreekse aanmelding bij het Register Naleving van de stichting GMH. Dit onderscheid is voor de praktijk niet van belang. Alle leveranciers die de GMH zijn aangesloten zijn terug te vinden op de website van de GMH. Raadpleeg deze link.

Het TRZ heeft een format beschikbaar voor het doen van meldingen. In dit format moeten, naast de gegevens die in het TRZ worden geopenbaard, ook nog enige aanvullende gegevens worden aangeleverd die nodig is voor een correcte verwerking van de melding (denk aan het KvK-nummer van de leverancier, emailadressen voor nadere correspondentie, etc.). Overigens is het ook niet zo alle gegevens die in het TRZ openbaar gemaakt worden, in het format hoeven te worden vermeld. Zo geneert het systeem van het TRZ een automatische koppeling tussen het BIG-nummer en de naam van de zorgprofessional. Zie verder de website van het TRZ.

De stichting GMH publiceert jaarlijks ten tijde van de openbaarmaking door het TRZ een analyse van een aantal interacties die vanuit de hulpmiddelensector bij het TRZ zijn gemeld. Deze analyse heeft als doel een beter inzicht te geven in een aantal bestaande vormen van samenwerking in de sector in relatie tot de wetgeving en zelfregulering en deze nader te duiden. De duiding vormt tevens de basis voor de signalering van aandachtspunten en trends.

Ten behoeve van deze jaarlijkse nadere duiding kan de stichting GMH bij leveranciers die een melding in het TRZ hebben gedaan documentatie opvragen die op deze melding betrekking heeft (lid 5). Daarbij moet worden gedacht aan de overeenkomsten die bijvoorbeeld aan sponsoring en dienstverlening ten grondslag moeten liggen. Leveranciers die een dergelijk verzoek van de stichting GMH ontvangen, zijn gehouden de gevraagde documentatie binnen de door de stichting GMH gestelde termijn aan te leveren.

De stichting GMH zal bij het opvragen van documentatie en de (externe) communicatie hierover de grootst mogelijke zorgvuldigheid betrachten. Dit betekent onder meer dat, indien en voor zover de stichting GMH de aangeleverde informatie zal gebruiken in externe communicatie, dit op zodanige wijze zal gebeuren dat:

De personen bij de stichting GMH die bij het opvragen van de documenten en de analyse daarvan betrokken zijn, zullen deze stukken vertrouwelijk behandelen en zullen de informatie uitsluitend gebruiken in het kader van de analyse.

Teksten die betrekking hebben op een specifiek financiële relatie zullen te allen tijde vooraf ter controle aan de meldende partij worden voorgelegd.

Het bestuur van de GMH heeft zich het recht voorbehouden om, indien en voor zover m.b.t. de in het kader van dit lid opgevraagde overeenkomsten sprake is van een vermoeden van een wezenlijke overtreding van de Gedragscode, dit in de vorm van een adviesaanvraag voor te leggen aan de Codecommissie.

In algemene zin geldt dat voor de bepaling welk bedrag in een bepaald kalenderjaar moet worden gemeld, de factuurdatum bepalend is. Het is dus niet bepalend in welk jaar een betaling is gedaan, de schriftelijke afspraken zijn gemaakt, het congres of de activiteit heeft plaatsgevonden of de dienst is verleend.